De legende

In den Swarte Ruijter

(legende van de Holterberg)

Gewapend met pijl en boog

In oeroude tijden toen Salland en Twente nog geheel woest waren met uitgestrekte bossen bedekt, leefden daar slechts enkele mensen, waaronder Wanse en Imke met een vijftal kinderen.

Terwijl Wanse het bos was ingetrokken, gewapend met pijl en boog om reeën en een enkele maal zelfs vossen te verrassen, werd Imke met haar kinderen verrast door indringers. Op weg naar huis hoorde Wanse uit de verte ongewone geluiden. Hij haastte zijn schreden en ondergescheidde nu duidelijk het geschrei der kinderen en ruwe mannen stemmen.

Met een paar sprongen had hij de belagers van zijn vrouw bereikt. Maar hij werd zelf door een scherpe speer van de indringer die hem van achteren was genaderd doorstoken.

Rochelend viel hij neer en had de geest gegeven net zoals zijn oudste dochter.

De Zwarte Ruijter

Enkele uren later werd Imke opgeschrikt door hoefgetrappel en paardengehinnik. Voor haar stond “De Zwarte Ruijter”. Zijn mannen als verkenners vooruit gezonden, moesten hier als moordenaars tekeer zijn gegaan. Medelijden vervulde hem. Hij kon de dochter niet doen herleven en Imke haar man teruggeven.
Onder een brede gordel droeg hij goudstukken, een flinke rol van de blinkende schijven legde hij voor de ogen der niet begrijpende vrouw op de ruwe tafel. Zij verstond hem niet, maar ze voelde en begreep zijn goede bedoelingen.

De goudstukken

De goudstukken lagen jaren onaangeroerd en nog altijd wist Imke niet dat ze een schat bewaarde.

Tot haar oudste op een reis naar Daventria (zo heette de stad Deventer toen) eens een paar goudstukken liet zien.

 

Ze bouwde haar eigen taveerne, want zij had bij deze en genen al lang de naam, dat het bier dat zij brouwde, beter en krachtiger was dan wat men elders dronk. Als uithangbord liet ze de afbeelding schilderen van de zwarte ruiter.

Der Oude Taveerne

Vele jaren later bouwde met op deze mooie Holterberg, een hotel, dat men de naam gaf der oude taveerne en een nieuw uithangbord prijkt thans weer met de vroegere voorstelling en het oude onderschrift “In den Swarte Ruijter”.

 

Bronvermelding: De tweelingen, avonturen van dorpsjongens

Door J. Faber, 1948, De Zwarte Ruijter