Begin met Erik de Mönnink over lekker eten, en zijn ogen gaan glimmen. Want wat is er toch verschrikkelijk veel moois te vinden, te plukken, te maken. Lang voor elke kok meedeed met de moestuin-hype had hij allang zijn eigen groente-boertje Gait-Jan. Zaaiplannen maken, plukken, proeven, altijd met twee benen op de grond en het hoofd bij de seizoenen. ,,Die plek hier vráágt ook om erop uit te trekken. Paddestoelen plukken, of veldzuring. Als ik ga fietsen, hang ik regelmatig in de remmen omdat ik weer wat zie. Dan begint mijn hoofd meteen combinaties te bedenken. Dat is toch de basis van je vak, die creativiteit’’.
In de loop der jaren ontwikkelde hij zich steeds meer. ,,Dat eis ik ook van mezelf. Ik wil niet een kok zijn die steeds hetzelfde kunstje staat te doen. Doorontwikkelen, optimaal gebruik maken van nieuwe technieken, steeds nieuwe dingen proberen’’. Naarmate hij (iets) ouder wordt, gaat het loslaten van wat verwacht en bekend is hem nog beter af. ,,Er is nog zoveel te ontdekken, te doen. Je moet lef hebben. Zeker in de keuken’’.
Soms staat hij zelf ook wel een beetje verbaasd van de ideeën die spontaan opborrelen. ,,Sta ik haardhout op te ruimen, zie ik ineens een mooi gerecht voor me, geserveerd in zo’n stammetje. Deze omgeving geeft in elk seizoen zóveel inspiratie, van de gouden kleuren in de herfst tot dat hele frisse in het voorjaar. Koken met de seizoenen is hier geen hype, maar de hele kern van ons werk’’. En als hij al te creatief door de bocht wil, is Esther altijd de nuchtere rust aan zijn zijde. ,,We hebben elk onze eigen persoonlijkheid, en dat voelen de gasten ook: alles wat we hier doen komt echt uit onszelf’’.